11. Je hebt twee emmers met evenveel verf in. Een emmer met zwarte verf en een emmer met witte verf.
Je neemt een maatbeker en schept een hoeveelheid “x” uit de zwarte verf.
Je voegt die zwarte verf toe aan de witte verf en mengt de verf in deze emmer.
Vervolgens neem je met die zelfde maatbeker een zelfde hoeveelheid “x” uit de gemengde emmer.
Je voegt deze verf terug toe aan de emmer met zwarte verf.
Welke van de twee emmers bevat de grootste hoeveelheid van zijn originele kleur?
12. Hoeveel getallen met 5 cijfers beginnen met het cijfer 2 en eindigen op een 7?
13. Op hoeveel manieren kan een landkaart, waarop 4 landen afgebeeld worden, met 4 verschillende kleuren gekleurd worden als men over 7 kleuren beschikt?
14. Welk getal moet er op de plaats van het vraagteken?
15. Welke letter staat halverwege de letter die twee letters onder de letter onmiddellijk links van de letter G staat , en de letter die drie letters boven de letter onmiddellijk rechts van de letter V staat?
Antwoorden
1. Ellendeling
2. Onder andermans duiven schieten
3. Het huilen staat hem nader dan het lachen
4. Veel geblaat en weinig wol
5. Wees gegroet
6. Hij staat op zijn strepen
7. Een dubbeltje op zijn kant
8. Golfbaan
9. Niettemin
10. Hole in one
11. Evenveel (beide emmers bevatten evenveel van hun originele kleur)
12. 1000
13. 840
14. 12
15. L